Uit een eerdere Oost-Europese opwelling en op aanraden van een vriend heb ik echter al een niet meer te overtreffen favoriete uit Tsjechië. Van een heel andere generatie, want de albums van Raduza (officiëel met zo'n Tsjechisch rondje op de u, maar die kan ik even niet vinden) dateren van na de val van de muur. Waar ze over zingt? Geen idee, want ik ben de taal niet machtig. Dat doet er verder weinig toe, want met haar prachtige altstem weet ze zó veel zeggingskracht over te brengen dat ik direct hoor dat het haar menens is.
Wat kan een mens van zo'n Raduza verwachten? Dat verschilt nogal. Ze is nogal dol op korte, puntige accordeonballads, maar die wisselt ze dan wel weer af met stukken die eerder aan Franse chansons doet denken. Raduza beperkt zich overigens niet tot alleen Tsjechisch. Als ik het tekstenboekje bij haar cd V Hore mag geloven, zingt ze zo hier en daar in het Russisch, Pools of zelfs een zinnetje Noors. Van alle voor haar vreemde talen is Frans toch met afstand het meest aanwezig. In het vernuftige De Nimes bijvoorbeeld, waar Franse en Tsjechische zanglijntjes moeiteloos in elkaar overvloeien op een latin/reggae-achtig deuntje met daaroverheen een toch weer meer Oost-Europees aandoende melodielijn. Kortom: de multiculti is ook ook in Tsjechië doorgedrongen.
Toch klinkt V Hore geenszins als een samenraapsel of een allegaartje. De plaat klinkt toch vooral als een Praagse lente, maar dan in een modern jasje. Traditioneel? Ja, maar dan wel vermengd met invloeden van buitenaf. De stem en voordracht van Raduza doen de rest. Want zelfs als ze in onvervalst Frans de stad Mulhouse bezingt, klinkt dat niet als een poging tot geforceerde interessantdoenerij. De taal is slechts een middel, en het Frans past haar net zo goed als het Tsjechisch op het volgende nummer of het Italiaans van een paar tracks eerder. Ook Tsjechië brengt inmiddels wereldburgers voort. Geworteld in de eigen traditie, dat wel. Maar dat maakt Raduza nu juist zo interessant :).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten